De parel van Afrika: Oeganda - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van YFR - WaarBenJij.nu De parel van Afrika: Oeganda - Reisverslag uit Kampala, Oeganda van YFR - WaarBenJij.nu

De parel van Afrika: Oeganda

Door: Yvette

Blijf op de hoogte en volg YFR

13 Maart 2002 | Oeganda, Kampala

How are you, mzungus?

Tja, dat is blijkbaar wat ze hier leren tijdens hun eerste Engelse les, om het geleerde vervolgens in veelvoud en liefst zo hard mogelijk naar de toeristen te roepen. Mzungu betekent blank of wit persoon, en wij, ‘bleekscheten’ in hun ogen terwijl we de afgelopen maanden meer pigment dan ooit tevoren in onze huid hebben ontwikkeld, maar braaf antwoorden: fine, how are you?
Zo liepen wij langs één van de vele mooie kratermeren hier te wandelen en achtervolgde deze kreet ons uren lang, als een oneindige echo die overal en nergens vandaan leek te komen. Vanuit huizen, rivieren, bomen, scholen, akkers, vanaf de bergen en vanaf het meer dat onder ons in de diepte ligt. We zwaaien volop, soms zonder iemand te zien. Een rustig plekje voor de lunch zit er ook niet in want we worden tijdens deze wandeling letterlijk achtervolgd door een kudde, half in vodden geklede, snottebellenkoters. Héél soms worden we er wel een beetje moe van. Toch blijft het leuker dan honderd keer goedemorgen tegen telkens dezelfde baas, collegae of klanten te zeggen, dus inderdaad, waar hebben we het eigenlijk over.
We komen Oeganda binnen vanuit Rwanda via een weinig, door toeristen, gebruikte grensovergang. De douaniers zijn heel vriendelijke mensen die echt alles van ons willen weten ("Do you believe in Jesus?") en ons ook nog aan een gunstige wisselkoers helpen. Wat een verschil met hoe we in Rwanda arriveerden. Oeganda, ooit door Winston Churchill "De parel van Afrika" genoemd en niet ten onrechte zo op het eerste gezicht. Veel prachtig groene heuvels met terrasbouw of bedekt door bananenboomplantages, met hier en daar een idyllisch meertje. Het ene nog mooier dan het andere, wat dat betreft doet het ons vreemd genoeg veel aan Indonesië denken.
We verblijven hier een paar dagen aan het mooie mistige Bunyony meer en lopen uren in het zonnetje om ons vervolgens een paar uur later te verbazen dat ons tentje (ja, nog steeds dat goedkope flut tentje van vijftig piek / drieëntwintig Euro) wederom een plotseling enorme plensbui glansrijk doorstaat. Niet dat we de afgelopen maanden nu echt veel regen hebben gehad, integendeel gelukkig, maar als het hier in de tropen dan ook regent, nou, dan hoost het ook! Eigenlijk hadden we het tentje gekocht voor noodgevallen maar door de financiën gedwongen hebben we hem vaker gebruikt dan ons, lees Michel, lief was.
In Kibale Forest NP gaan we op zoek naar de chimpansees, welke heel wat moeilijker te vinden zijn voor ons dan bijv. de gorilla, het vergt ons uren, je hoort ze wel maar je ziet ze niet. Gelukkig vinden we ze na veel zoeken en lopen wel, al waren ze meestal wat hoog in de bomen. Als de gorilla onze grote broer is dan is chimpie toch minstens onze tweelingbroer. Ze kijken nieuwsgierig naar beneden terwijl ze ongemanierd zitten te eten, ondertussen schetenlatend, urinerend en met pitten gooiend.
In Oeganda, en speciaal zo midden in de natuur en met zulke temperaturen, voelen we ons toch wel ver van Nederland verwijderd, groot was dan ook onze verbazing, want zelfs hier krijgen we een speciale uitgave van één of ander Nederlands roddelblad onder onze neuzen geschoven. Allemaal over de tweede van de tweede 2002, ja hoor, een hele lange sleep, ja prachtig, enig meid, er is geen ontsnappen aan!! Dit kwam omdat we belandden op een camping gerund door een NL(zij)-Britse combinatie. Haar ouders waren op bezoek en het was een gezellig Hollands allegaartje. Dochterlief beloofde Michel ook nog een stukje oude Hollandse kaas maar dat moet hij nu nog krijgen. De eerste nacht wordt er een Amerikaan beroofd van zijn rugzak, de buurman tevens dominee wordt gewaarschuwd en komt met een enorm jachtgeweer maar de dader is al lang verdwenen. De Amerikaan zit in de hut die wij die ochtend als eerste kregen aangeboden. We hadden dus mazzel deze keer, want wij hadden bedacht dat we vlakbij het meer wilden staan, een terras lager en daardoor eenzaam en verlaten in ons tentje. Maar dat was blijkbaar zo verlaten dat de dief er geen kijkje kwam nemen.
Met de postbus rijden we vervolgens mee naar Kampala, de hoofdstad van Oeganda. De postbus heet zo omdat hij ook de post bezorgt, verrassend. Kampala, een leuke stad, met als bizar verschijnsel de honderden maraboes (vogels zo groot als ooievaars) die daar in de bomen, op de stoep, op de lantaarnpalen etc. etc. zitten. Midden in de stad, net als de duiven op de dam, alleen een behoorlijk slagje groter. Vlakbij Kampala ligt ook Jinja, waar je uitstekend kunt white water raften. Raften houdt in dat je jezelf voor veel geld in een klein 6-persoons rubberbootje langs stroomversnellingen en watervallen naar beneden laat kletteren.
Mooie locatie, zo bij de bron van de rivier de Nijl. Het was voor ons de eerste keer en aanvankelijk zijn we een ietsepietsie nervosa maar na de eerste plons wordt het leuker en leuker ("wat nou grade five, gáán met die boot") en de dag is veel te snel voorbij. Adrenaline te over en doordat we de avond erna tot vijf uur in de ochtend doorzakken hebben we de volgende dag (half geld) gemist. We waren hier eigenlijk net op tijd want men is bezig om een enorme dam te bouwen en als die gereed is rest er alleen nog maar een groot en spiegelglad meer en is het gedaan met, volgens zeggen hier, één van de beste raftlokaties in de wereld.
Inmiddels zijn we er wel van overtuigd dat we tijd te kort gaan komen nu de datum voor terugreis immers vaststaat en er moeten dus keuzes gemaakt worden. We hebben hele goede opwindende verhalen gehoord over het mysterieuze Kidepo NP in het noorden van Oeganda, waar nog bijna geen toerist geweest is omdat het als onveilig werd (oké.. wordt) bestempeld. We laten dus helaas Mount Kenya schieten en proberen een aantal andere toeristen zo gek te krijgen om met ons mee te gaan richting het ruige mysterieuze noorden. Dit vind vooral Michel erg jammer en hij zoekt enthousiastelingen voor een toekomstige bergtrip alhier waarbij hij de vijf bekende bergen wil beklimmen (Mount Kilimanjaro, Kenya, Ruwenzori, Elgon en Meru) Yvette heeft er duidelijk minder spijt van.
Het duurt even voordat we een groep van zes bij elkaar hebben en ook niet alle toeristenbureaus willen hun auto met chauffeur aan ons meegeven. Wie gaat er nou naar het Noorden? Wij dus! Het waren zes dagen met heel veel (mechanische) problemen; liters olieverlies, lekke banden, kapotte versnellingsbak, slechte reparaties, verdwaald etc. De dorpen die we passeren zijn echter uniek, zodra we de auto wilden uitstappen werden we omringd door de mooiste mensen, veelal met getatoeëerde gezichten. De meeste hadden waarschijnlijk nog nooit, of zeer zelden, een blank persoon gezien en hun ogen rolden bijna uit hun kassen zodra we dichterbij kwamen. Kinderen rennen huilend weg, halve dorpen lopen achter ons aan terwijl de andere helft langs de kant van de weg blijft staan. In het begin vinden we dit allemaal prachtig maar als we even later nauwelijks meer in onze auto kunnen klimmen, is het ook wel een beetje benauwend.
We zitten midden in het gebied van de Karamajongstammen. Wat inhoudt; hele lange mannen met enkel een kleurige deken omgeslagen, een Robin Hood hoedje op (incl. veer), hun wandelstok, en vaak vergezeld van hun AK-47's (machinegeweer) zogenaamd ter bescherming van hun vee. We zien ook soldaten op hun fiets rijden met een bazooka achterop, iets wat ons, zo vlak bij de grens met Soedan toch niet zo'n prettig gevoel gaf. Dus maar steeds vriendelijk lachen naar de mensen als we weer eens met pech langs de weg stonden. Een tochtje om niet snel te vergeten, al was het alleen maar vanwege het feit dat we van ellende drie dagen lang grotendeels crackers met pindakaas hebben gegeten omdat al die autoreparaties ervoor zorgden dat het geld sneller op was dan verwacht, en banken, nee, die hebben ze daar nog niet, laat staan zo'n handige flappentapper.
Overigens was Kidepo met Serengeti wel ons favoriete nationaal park voor wat betreft natuurschoon, maar wat de beesten aangaat kun je beter over een paar jaar langs komen. Er is hier in de tijd van Idi Amin veel fout gegaan (understatement) en het vele stropen heeft de boel ook niet echt bevorderd. Men is druk bezig om de wildstand in Kidepo weer op het oude niveau te brengen. Helaas zullen tegen die tijd de Karamajong hoogstwaarschijnlijk trainingsbroeken dragen en hun kinderen om snoep en geld zeuren. Wij waren in ieder geval wat dat betreft nog op tijd en beleven zo op de valreep nog een van de indrukwekkendste trips van onze hele reis.
Maar goed, wij komen toch maar weer terug in de "geciviliseerde" wereld als we naar Murchison nationaal park gaan. Een laatste mooie boottocht om de laatste nijlpaarden, kroko's, vogels en olifanten vast te leggen, en vooral niet te vergeten een prachtige waterval. Alvorens terug te keren naar Kampala. We slaan daar (met toch wel behoorlijke aarzeling) een tweede werkaanbod af, welke inhielden een campsite in een nationaal park binnen een jaar helpen opzetten of om tijdelijk een backpackersplaats in Kampala te runnen. In plaats daarvan nemen we de nachtbus naar Kenia, rechtstreeks naar het beruchte Nairobi.
De stad met de prettige bijnaam Nairobbery, en waar men je de bus pertinent niet uit laat gaan voordat het licht is (niet dat we anders wilden..). We laten alle kostbaarheden achter in ons middenklasse hotelletje (doe maar gek) en gaan EINDELIJK een dag shoppen. Vrijwel al onze kleding laten we achter in Oeganda om de rugzakken maar zo vol mogelijk te kunnen proppen met maskers, beelden, speren, doeken, schilden en wat al niet meer. Anderhalf jaar frustraties met zelden eens de mogelijkheid te hebben om souvenirs te kunnen kopen komen naar boven. Verder proppen we onszelf vol met een laatste echte carnivorenmaaltijd, zebra, krokodil en vele andere soorten vlees, voordat we op het vliegtuig naar Londen stappen.
We found our way down in Africa, je weet wel uit dat liedje van Toto. Vraag niet hoe maar het was geweldig.
Waarschijnlijk zijn wij de laatste suffen die nog in guldens rekenen want we zien onze eerste Eurobiljetten (biljetjes kun je beter zeggen) als we in Kenia onze laatste overgebleven Shillings omwisselen en dat is toch wel een duidelijk teken dat onze trip helaas ten einde is. Bovendien het einde van ons reisbudget, al hebben we het afgelopen weekend eerst nog even flink met Engelse Ponden rondgezwaaid in het kader van lekker eten, gezellige pubs, Andy Warhol tentoonstelling, parkeergeld, etc. etc. Heel gezellig met Engelse en Belgische reisvrienden (maar wel koud!!). Een leuke afsluiting van onze reis!
Zoals jullie ongetwijfeld begrijpen is deze nieuwsbrief dus in Nederland geschreven en wel in Reeuwijk waar we momenteel bij Els logeren. Hoog tijd voor ons om eens te gaan bedenken wat we nou precies willen want daar zijn we nog steeds niet helemaal uit (en hoe en waar). Eerst maar eens een paar dagen bijkomen om vervolgens weer te gaan wennen aan het West-Europese leven, met al z'n goede en slechte kanten! We hebben een auto (Olaf, dank!) maar zoeken nog wel een huis, tips zijn van harte welkom!

Zij die (voorlopig) niet meer reizen groeten u,
TOEDELOE !
Twee ontdekkingsreizigers

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

YFR

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 221
Totaal aantal bezoekers 97397

Voorgaande reizen:

08 Augustus 2000 - 30 November -0001

Happy travels everywhere...

Landen bezocht: