Vietnam (same same but different) - Reisverslag uit Ho Chi Minhstad, Vietnam van YFR - WaarBenJij.nu Vietnam (same same but different) - Reisverslag uit Ho Chi Minhstad, Vietnam van YFR - WaarBenJij.nu

Vietnam (same same but different)

Door: Yvette

Blijf op de hoogte en volg YFR

03 November 2000 | Vietnam, Ho Chi Minhstad

3 november 2000

Xin Chao!

Hebben jullie ook wel eens van die dromen? Over langgerekte hagelwitte stranden met 'n ruisende azuurblauwe zee en heel veel zon, terwijl je enige zorg is te bedenken welke vis je nu weer eens als lunch gaat bestellen, welke dan vervolgens vers wordt aangeleverd door de vissersbootjes in de verte... Ja? Nou, daar droomden wij dus ook van terwijl we vastzaten in een toch wel redelijk overstroomd Hué waar de regen maar niet wilde stoppen. Gelukkig hebben we ook wel dagen gehad als bovenstaand beschreven en daar hadden we eigenlijk ook wel op gerekend. Tenslotte heeft Vietnam een kustlijn van dik drieduizend kilometer lang en we hadden sinds ons vertrek nog geen strand gezien.

Maar goed, we begonnen dus in Hanoi, waar we een leuk hotel hadden. Bij aankomst zakte Michel al meteen door het bed heen en toen de hulptroepen met spijkers de boel weer gerepareerd hadden vlogen de vonken in het rond toen we probeerden de airco aan te zetten. Niet meer aankomen was het advies. Nou, dat waren we dus ook niet meer van plan. De airco werkte overigens wel heel goed, het was minimaal tien graden kouder in de kamer dan op de gang, laat staan het verschil met buiten. Yvette speelt hier ook voor hottoc (=kapper) wat op de binnenplaats voor grote aandacht zorgt. Michel zweet zich rot onder de sarong, die als kapkleed fungeert, terwijl iedereen er zo dicht mogelijk bij wil staan om vooral toch maar niets te missen van het in hun ogen spectaculaire geknip.

Hanoi is een stad met heel, maar dan ook echt heel veel brommers en scooters, luid claxonerend en kriskras door elkaar heen rijdend. Van enige verkeersregel is schijnbaar geen sprake en oversteken is dus niet eenvoudig. Gewoon in hetzelfde tempo doorlopen en vooral niet stoppen bleek de beste manier. Echt álles wordt op die brommers vervoerd; een vader, moeder met daarbij twee, soms wel drie kinderen is heel normaal en verder manden met eenden en kippen, groente en zelfs levende varkens zagen we voorbij komen.

Daar tussendoor manoeuvreren dan de cyclo's, bemand door meneeren met wie je geen ruzie moet krijgen, iets wat wij natuurlijk wel kregen toen we naar het huis van Ho Chi Min wilden.
Hij wilde ons halverwege al laten geloven dat we er waren, daar trapten we dus niet in en toen hij even later weer stopte en zei dat we nog 'n klein stukje moesten lopen werd m.n. ik toch wel nijdig en wilde niet meer het volledige bedrag betalen. Opeens wist hij ook een paar woorden Engels: Fuck you! Hetgeen de sfeer niet bevorderde.

Later bleek overigens dat hij niet met z'n cyclo rondom het mausoleum mocht komen, ik schaamde me diep.. . We hebben Ome Ho, zoals hij hier wordt genoemd, helaas niet kunnen bezichtigen aangezien hij elk jaar voor drie maanden "op vakantie" naar Rusland gaat, en wel voor zijn jaarlijkse opknapbeurt.

Hanoi is tevens een stad met mooie oude smalle huizen (helaas vaak slecht slecht onderhouden) en het oude gedeelte van de stad is helemaal ingericht op het budgettoerisme. Veel internet cafés, travel agency's en restaurantjes, we
drinken hier voor 80.000 Dong ( wat €7,- is, ja je bent hier snel miljonair en de moneybelt puilt uit) onze eerste droge witte wijn sinds ons vertrek uit Nederland. Wat kan een ijskoude Bordeaux dan lekker smaken! Verder hebben ze hier heerlijk vers stokbrood (die de vrouwen in manden op hun hoofd dragen, afgedekt met 'n jutezak zodat het warm blijft) met la vache qui rit. Hebben die Fransen hier toch nog iets goeds gedaan..

Ook ontmoeten we hier Dave en Lorraine, onze Engelse vrienden die drie weken zijn overgekomen uit Engeland om met ons mee te reizen. We heten ze welkom in geheel Vietnamese stijl, dat wil zeggen compleet met de bekende Vietnamese punthoeden. Iets wat in de lobby van hun sjieke starthotel niet echt gewaardeerd werd! Na een dagje rond shoppen hebben we een goed overzicht van wat we willen gaan zien. De Perfume Pagode (leuke boottrip, en daarna veel klimmen voor een grottempel), Halong Bay en Sapa zijn de dingen die we in het noorden willen zien.

Halong Bay bestaat uit meer dan drieduizend kalkstenen eilandjes, schitterend om doorheen te varen (iets wat we dan ook uren doen), we overnachten op Cat Ba eiland in een hotel met uitzicht op een baai waar zich een dorp aan woonbootjes bevindt. Voor dat uitzicht moeten we overigens wel 85 treden op in een smal en benauwd trappengat, tevens moeten we dit uitzicht delen met een paar grote kakkerlakken maar dat mag de pret niet drukken.

’s Avonds, na de garnalen hotpot met de Bolero als achtergrondmuziek (hoe verzinnen ze het) en als de dames al terug zijn naar het hotel, proberen de plaatselijke dames Dave & Michel te verleiden. Slechts € 6,- zou “het” moeten kosten…. Ze houden het maar bij een BGI biertje (gelukkig..).

Er zijn hier veel mogelijkheden om trekkings te maken maar we besluiten te gaan genieten van het heerlijke weer en liggen dus languit op het strand. Bizar detail van Cat Ba: 's morgens zit de jeugd vlak voor onze neus, tijdens ons ontbijt nog wel, een soort duiven LEVEND kaal te plukken. Lekker diervriendelijk dus, waarna ze er ook nog een soort hardloopwedstrijd mee houden. Zoiets als die cavia’s in die televisiequizzen van vroeger. Echt een walgelijk gezicht! Net wandelende Digros kippen en we besluiten hier dus geen vogel te eten.

Na Halong Bay gaan we via Hanoi de bergen in voor een paar dagen Sapa en omgeving. De rit erheen valt eerlijk gezegd best tegen. De 380 kilometers zouden volgens zeggen in een kleine tien uur overbrugd worden in een luxe ruime airco bus. Die tien uur werden er dik veertien, de airco was kapot of niet aanwezig en een ruime bus.. alleen volgens lokale maatstaven.

Bij aankomst komen we terecht in een hotel wat blijkbaar op kinderen is ingericht. Het deurslot zit ter hoogte van onze knieën en eenmaal binnen treffen we een mini theeserviesje aan en kussens met beertjes erop, evenals op de lampenkap, de prullenbak en de handdoeken. Bovendien is het er zo ontzettend vochtig dat het ons verbaasde dat er geen paddestoelen op de lakens groeiden. Maar goed, alles beter dan die bus en zo verleg je toch elke keer weer je grenzen en maatstaven.

Sapa zelf is schitterend gelegen in de Hoang Lien bergen en het is een goede vertrekbasis om te wandelen naar de nabij gelegen dorpen waar de verschillende bergstammen leven. Onder anderen de H'mong mensen die van top tot teen in het donkerblauw gekleed zijn, in hun huizen staan overal grote vaten bomvol met indigokleurstof en ook van hun handen is het niet meer af te krijgen. Ze weten wel hoe ze alles moeten kleuren maar verstaan blijkbaar nog niet helemaal de techniek hoe de kleur vast te houden. Niets kopen dus, anders zit je hele rugzak onder (weet ik nu).
In Sapa zelf zijn ze duidelijk al aan toeristen gewend, als we voor de zoveelste keer de vraag beantwoorden waar we vandaan komen, roept een twaalfjarige wijsneus: "Holland, very small country, 16 million people". Als ze wat willen verkopen (en dat willen ze) horen we zelfs "cheaper than the Hema". Als je zegt dat je het aangebodene al hebt zeggen ze steevast “same same but different”. Dat laatste is de kreet van Vietnam en horen we overal hier. Het antwoord op alle smoezen.

Ook de menukaarten zijn hier vertaald naar het Engels, althans, men heeft een poging gewaagd. Grappig, zo kunnen we bijvoorbeeld bestellen: bread with patty, bawl soop, boiling goose, fied fork en henieken beer. De specialiteiten hier zijn hert en wild zwijn en de Sapa wijn smaakt een beetje als de zoetige maar sterke wijn in Zuid China. De avond eindigt trouwens ook een beetje zoals toen in China alleen zingen we nu Boney M in plaats van “malle Babbe” (tja, die Engelsen hè..).

De terugweg naar Hanoi duurt zo mogelijk nog langer dan de heenweg, in plaats van 16.00 uur, zoals afgesproken, komen we om 20.00 uur aan en kunnen we dus meteen door naar het station waar onze nachttrein naar Hué om 21.00 uur vertrekt.
In en om Hué is veel te zien, zoals de Citadel met de verboden paarse stad (welke grotendeels verwoest is) enkele pagodes en vele mooie extravagante mausolea. We huren fietsen om naar de Thien Mu Pagode te gaan, waar ook een blauwe Austin tentoongesteld staat, dit is de auto waarin de monnik Thich Quang zichzelf in 1963 in brand stak uit protest tegen het heersende regime. De wereldberoemde foto ervan staat er ook, en nee, wij hadden er ook nog nooit van gehoord :-)

Het blijkt best een groot complex, mooi gelegen aan de Perfume rivier en lekker rustig vanwege het slechte weer. In de tuin zit een monnik boven op een groot blok marmer, hij maakt er een grafsteen van en nu weten we waar de term monnikenwerk vandaan komt, hij doet een half jaar over een zo'n steen! We durven niet te vragen hoeveel zoiets dan wel niet moet kosten, hij zou toch eens kunnen denken dat we er een willen kopen.
Inmiddels regent het al twee dagen aan een stuk door en niet zo zachtjes ook. De straten beginnen her en der vol te lopen, maar de mensen zijn het gewend, regenponcho's is booming business (Michel koopt een halfdoorschijnende pimpelpaarse, charming..) en als we 's avonds in een restaurantje zitten en de keuken langzaam maar zeker onderloopt vraagt men vrolijk of we nog een kop thee willen en wordt de dweil nog eens onder onze stoelen doorgehaald. De steeg naar ons hotel is inmiddels in een enkelhoog riviertje veranderd, gelukkig hebben we een kamer op de derde verdieping, letterlijk hoog en droog dus.

De volgende ochtend staat echt de halve stad blank, op sommige plaatsen (zoals een kruispunt midden in de stad) staan we bijna tot aan onze knieën in het water! En het blijft maar regenen, en niet zo zachtjes ook. Maar ja, wat moet je? Gelukkig is het niet op alle plaatsen even erg en we besluiten een taxi te huren die ons vervoert (tja, rijden of varen?) naar de tombe van Tu Duc. In de stromende regen lopen we er anderhalf uur rond, (zelfs met dit kloteweer is het nog mooi) maar het is eigenlijk niet te doen. Voor de volgende tombe moeten we met een bootje de rivier oversteken, nou, laat maar. Echt alles is zeiknat, we zijn doorweekt tot en met ons ondergoed en bij terugkomst in het hotel zit ik in een kokend heet bad te klappertanden!

Kortom, Hué laten we maar voor wat het is en we gaan 140 kilometer zuidelijker naar Hoi An, alwaar de zon volop schijnt! Dat is beter, op vijf kilometer afstand is een mooi strand en Hoi An zelf is een leuk stadje vol met oude koopmanshuizen, de mooie Japanse brug en met heerlijke restaurantjes. We huren elke dag fietsen voor het gigantische bedrag van 40 cent per keer en bezoeken o.a. de My Son ruines. Dit was ooit het koninkrijk van Champa, helaas is het gedeeltelijk plat gebombardeerd omdat de Vietcong het als een basis gebruikte. Desalniettemin indrukwekkend. We laten ook wat kleding maken, iets waar Hoi An bekend om staat. Niet duur en, achteraf bleek, ook niet duurzaam maar dat mocht de pret niet drukken.Voor 1x maatkleding is toch leuk.

Verder liggen we elke middag lekker even op het strand, waar oude vrouwtjes (vrijwel tandeloos en met het rode sap van de betelnoten voor eeuwig rondom hun mond gekit) en kinderen af en aan lopen met de meest lelijke souvenirs. We proberen hier in Hoi An ook de slangenwijn. Overal zie je grote glazen potten staan met daarin een hele stapel slangen, aangevuld met rijstwijn. Het ziet er vreselijk goor uit maar ja, je moet alles een keer proberen. Sterk spul en één glaasje vind ik wel genoeg. Ze eten hier ook eieren met eend-embryo's erin, zou heel gezond moeten zijn. Dave biedt Michel twee miljoen Dong als hij er tien binnen een half uur opeet, maar hoewel hij een paar pils op heeft gaat dat gaat hem toch echt te ver, nee dus!

Het enige minpuntje aan Hoi An is dat onze hotelkamer elke avond een verrassing voor ons heeft, een soort van kleine privé dierentuin. Het toppunt was toch wel een echt enorme spin zo groot als een volwassen hand en dat is dus niet overdreven!!, recht boven het bed. Deze hebben we toch maar laten verwijderen door iemand van het hotel, aangezien ik altijd mis sla. Ook de kakkerlakken zijn hier buiten proporties gegroeid, gelukkig hebben we mooie helblauwe muskietennetten boven de bedden hangen, welke we dan ook trouw gebruiken.
Het leuke van ergens wat langer dan gemiddeld blijven is dat je een heel klein beetje deel van het dorp gaat worden. We worden na een paar dagen overal vriendelijk begroet (men zegt nu hello in plaats van hello, you buy from me?) en we bestellen 's morgens de vis of schelpdieren voor het avondeten, deze worden dan vers op de markt gehaald. Erg aangenaam dus allemaal. Helaas dringt de tijd al weer voor Lorraine en Dave, zij nemen een vlucht naar Saigon, vanwaar ze over een paar dagen naar Londen vliegen.
Wij mogen nog even en we pakken de nachtbus verder naar het zuiden. Afzien, elke slaapstand /kronkel geprobeerd, zonder succes en we zijn gebroken als we aankomen in Nha Trang. Deze belangrijke badplaats vinden we weinig interessant en we gaan al snel van de kust af richting Dalat, alwaar we twee motorfietsen met chauffeurs huren voor een dag. Leuke manier om wat van de omgeving te zien, bovendien weten ze veel te vertellen. De meest bijdehante, Hung, spreekt zelfs redelijk goed Nederlands, even wennen weer.

We bezoeken o.a. het Crazy House, een bizar gebouw wat een soort kruising tussen de Efteling en een Gaudi object is. Het is ook een hotel maar de unieke kamers zijn enigszins boven ons budget. Dalat heeft ook nog een "crazy monk", deze creatieve en artistieke monnik is inderdaad zo gek als een deur, hij heeft bij z'n pagode een enorm atelier met echt duizenden schilderijen en tekeningen. We worden hartelijk verwelkomd en worden tot onze verbazing meteen aan het werk gezet. Schilderen moeten we, zeg maar inkleuren met waterverf.
Hij vergelijkt ze dan en komt tot de conclusie dat we beiden heel anders zijn, nou, dat was geen wereldnieuws voor ons! Michel gebruikt veel felle kleuren en blijft keurig binnen de lijnen, Yvette gebruikt veel dezelfde aardetinten en ziet geen lijnen. Hij lijst ze in en is heel enthousiast, hij zegt dat ze voor de mensen in de Mekong Delta zijn, maar het zou ons niets verbazen als hij ze gewoon verkoopt. We komen er met moeite weg, maar niet voordat we eerst nog een hele collectie van z'n van Gogh creaties hebben bewonderd. Heel apart!

Vanaf Dalat gaan we verder met de bus naar Saigon, waar we een dagtrip naar de Cu Chi tunnels boeken. Zelfs ondanks het feit dat ze een stukje van het Vietcong tunnelstelsel verhoogd /vergroot hebben voor de toeristen, is het nog een hele kunst om erdoorheen te kruipen. Moeilijk in te denken dat men er soms weken achtereen moesten verblijven en wat te denken van die jonge Amerikaanse gasten. Je zal maar zo'n gat worden ingestuurd! We hebben een goede gids die zelf ook aan de oorlog heeft deelgenomen (hij vocht met de Amerikanen) en hij weet heel veel te vertellen, iets wat alles nog eens extra indrukwekkend maakt.

Onderweg stoppen we ook bij de Cao Dai tempel. Cao Dai is een religie die het beste zou halen uit het Boeddhisme, het Confucianisme, het Taoïsme, het Christendom en de Islam. Een aardige mengelmoes dus, met vandaag de dag zo'n drie miljoen volgelingen. De tempel is uniek te noemen. Een groot kleurig, beetje kitscherig en schreeuwend geheel met overal het "goddelijk oog in de driehoek". Moeilijk te omschrijven.

Verder gaan we voor een paar dagen naar de Mekong Delta. Ja, we weten het, dat klinkt macaber na al die berichten over overstromingen, doden en daklozen. De Mekong Delta beslaat echter een immens groot gebied, het is zelfs de op twee na grootste delta ter wereld. We boten en bussen er rond, het water staat inderdaad hoog (niet zo hoog als in Hué) maar de meeste huizen staan droog. Veel drijvende markten, lachende kinderen, veel natuur en vooral veel varen.

Bij terugkomst in Saigon zijn we dan ook aardig gaar, desondanks krijgt Michel het toch nog voor elkaar om tot half vijf in de ochtend door te halen, waarna hij het hotel niet meer herkent en eerst dus bij twee verkeerde hotels op de rolluiken ramt! Fijn die toeristen..

De laatste dag besteden we aan het oorlogsmuseum. De voormalige naam was “het museum van Chinese en Amerikaanse oorlogsmisdaden”, maar dat hebben ze toch maar veranderd. Zelf waren ze ook niet van die lieverdjes namelijk. Nog steeds erg eenzijdig maar ook erg indrukwekkend. Met name de gevolgen van Agent Orange (gifgasbommen). We lopen er uren rond en gaan met een naar gevoel naar buiten, ik met tranen in m'n ogen. De foto's zijn heel confronterend. Zeker niet het leukste om Vietnam mee af te sluiten, aan de andere kant is Vietnam er natuurlijk wel sterk mee verbonden.

We kopen op de valreep nog twee Lonely Planets, in Vietnam kennen ze geen copyright, echt alles is nep en gekopieerd, maar wel handig. En goedkoop, cd's voor nog geen twee dollar, slik, snel door lopen dus want daar is geen plek voor in de rugzakken.
Samenvattend, ook Vietnam was weer heel leuk, same same, but different!

Zo, dat was twee uur internetten, twee dagen geleden was ik ook al begonnen maar na een uur intensief tikken viel de stroom uit, dat is dus echt frustrerend want een back-up, dat werkt hier niet! Dus.. dit verslag gaat er hopelijk snel en compleet doorheen, iedereen wederom bedankt voor alle grappige en informatieve mail, het lezen ervan is echt een beetje verslavend, leuk!

Jullie begrijpen, met ons gaat het dus prima, we zijn nog steeds erg enthousiast en vermaken ons uitstekend. Met de gezondheid gaat het ook goed, nog geen diacure hoeven te gebruiken en op de bekende "Azië-hoest" na (koud, warm, fan, airco) mogen we dus helemaal niet klagen. Alleen mijn rug geeft momenteel wat meer problemen, waarschijnlijk doordat we hier naar verhouding veel hebben moeten bussen. Nu dus even voorzichtig aan, het is niet dat we er echt iets voor hebben moeten laten maar we hadden gewoon gehoopt dat we die brace allang ritueel hadden kunnen verbranden, (nog) niet dus. Verder blijft de schade beperkt tot een ontwrichte teen, maar voor de mensen die mij kennen weten dat dit ook geen nieuws is. Wel zijn we reeds vier weken onder invloed van de lariam, gelukkig geen nare bijverschijnselen (tot nog toe).

Kortom, we genieten volop, zijn inmiddels bezig met het 28ste fotorolletje, het vijfde uur film en net aan het vierde "reisdagboekschrift" begonnen ! Het is hier nu dertig graden met zon, hoe is het in Nederland, of willen we dat niet weten?

Zij die reizen groeten u,

TOEDELOE
Twee Vietnamveteranen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

YFR

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 333
Totaal aantal bezoekers 97407

Voorgaande reizen:

08 Augustus 2000 - 30 November -0001

Happy travels everywhere...

Landen bezocht: