Namibië (vijftig graden Celsius) - Reisverslag uit Rundu, Namibië van YFR - WaarBenJij.nu Namibië (vijftig graden Celsius) - Reisverslag uit Rundu, Namibië van YFR - WaarBenJij.nu

Namibië (vijftig graden Celsius)

Door: Yvette

Blijf op de hoogte en volg YFR

20 December 2001 | Namibië, Rundu

Goeie more (Afrikaans is ook hier de voertaal)

We dachten dat er geen leger en uitgestrekter land zou zijn dan Mongolië, dat is er waarschijnlijk ook niet maar Namibië komt wel aardig in de buurt!

In Mongolië waren er helemaal geen wegen, hier is het wat moderner met af en toe een asfaltweg maar verder toch ook enkel zand en gravelwegen. Vele, vele kilometers hebben we gereden (vaak stof happend) en het gebeurde zeer regelmatig dat we meer dieren dan mensen passeerden, soms echt een halve dag zonder tegenligger. Kan natuurlijk ook aan de gekozen route liggen maar indrukwekkend is het zeer zeker.

December houdt in dat het hier zomer is en tevens de tijd van de korte regens. Van dat laatste geen last gehad, in heel Namibië geen druppel gezien maar we weten nu wel heel goed wat droge hete woestijnlucht inhoudt, onze neusjes raakten zelfs van slag en ik heb echt niet snel een bloedneus. Airco in de auto is hier dan ook zeker geen overbodige luxe en nee, dat hadden wij dus niet! Voordeel van het reizen in deze periode is dat het er super rustig is, zelfs bij de grote toeristentrekpleisters. Ook op de campings konden we de mooiste plekjes uitzoeken, die campings zijn stuk voor stuk prachtig gelegen met ruime privé plaatsen, meestal gerund door zeer gastvrije mensen.
Zelfs toen we op een avond, na een bliksembezoek aan Lüderitz op een plek door God en iedereen verlaten, pas na negenen in het pikkendonker op een boerderijcamping aankwamen. De eigenaren, met de leeftijd van een overgroot opa en oma, stonden al op het punt van naar bed gaan (gezien de charmante nachtjapon van oma) en verwachtten zeker geen gasten meer verwachtten op dat tijdstip. Toch deden ze de deur open (al duurde het wel even) en kregen we vervolgens ook nog een heerlijke maaltijd voorgeschoteld, suddervlees zoals alleen oma's dat kunnen maken, alleen hadden onze oma's vroeger geen springbok voorradig... Tja, we hebben veel wild gezien maar we moeten eerlijkheidshalve ook toegeven dat we ook veel wild gegeten hebben. Koedoesteaks, krokodillenstaart, springbok, gemsbok, eland, struisvogel, allemaal best lekker.

We hebben het land van zuid naar noord en van west naar oost doorkruist. Via de Fish River Canyon (een van de grootste canyons ter wereld), waar we op Sinterklaasavond genieten van een prachtige zonsondergang met een fles gekoelde Zuid Afrikaanse witte wijn, naar de bekende roodbruine Namibische duinen bij Sossusvlei. Waar we veel door zand geploeterd hebben, want natuurlijk is het op de top van de duin het leukste (elke keer weer) en waar ook de auto vastliep. In datzelfde mulle zand, bij onze kampeerplek, waar we ook een beetje van dat zand gepikt hebben omdat we die rode kleur straks in ons huis aan een muur willen hebben (t.z.t). Verder door naar de kust, het plaatsje Swakopmund, volgens de reisgids Duitser dan Duitsland met een mooi museum. Lekkere oesters, een leuk hotel (de enige keer dat we niet kamperen), en een druk bezocht strand waar we voor het eerst zwart en blank echt door elkaar heen zagen lopen. als ik dit schrijf zijn we al ruim een maand in Afrika en we hebben tot op heden slechts twee mixed -stelletjes gezien, best bizar.
We gaan vanuit omgeving Swakopmund richting Cape Cross, vooraf één van de hoofddoelen van onze reis alleen hebben we inmiddels al zoveel zeehonden gezien dat we twijfelen of we er wel heen moeten gaan. We doen het toch, vooral omdat het er erg veel moeten zijn, de aantallen die genoemd worden variëren van 160.000 tot 300.000 en spreken tot onze verbeelding. Al wanneer we met de auto aan komen rijden ruiken we de prettige geur die zoveel beesten bij elkaar veroorzaken, wanneer we uitstappen is het geluid oorverdovend en als we ze eenmaal zien zijn we toch "blij" dat we er heen gegaan zijn want het is echt heel indrukwekkend om die duizenden beesten bij elkaar te zien. Duizenden puppies gillend om hun moeder, een gekrijs dat door merg en been gaat. De stank blijkt behalve door de uitwerpselen vooral veroorzaakt te worden door de honderden puppylijken die er liggen weg te rotten, hetgeen vooral mij doet huiveren. Het lijkt allemaal iets te veel van het goede, zoveel beesten bij elkaar en dan druk ik me voorzichtig uit.

Op de verlaten Skeleton Coast, die bekend staat om de vele schepen die er vergaan zijn en waarvan we er ook de nodige zien, krijgen wij onze eerste (en, naar later zou blijken, enige) lekke band. Natuurlijk op het heetst van de dag met een bloedhete droge wind. Binnen tien minuten verwisseld maar we rijden verder met de bibbers want als we er nog één krijgen dan zijn we flink de klos in dit verlaten oord. We hebben sinds we in het park zijn namelijk pas twee tegenliggers gehad. Bij het verlaten van dit Nationaal Park stoppen we dan ook bij de eerste de beste bandenshop. Dit blijkt een rieten hutje in het midden van nergens te zijn, de beste man belooft binnen een half uur onze band te repareren, maar 2.5 uur later rijden we in de schemering verder, zonder goed gerepareerde band wel te verstaan. Hij deed samen met zijn zoontjes wel erg zijn best, maar zonder gereedschap was het toch iets te lastig, gelukkig had hij wel koud bier. Tot zover de bandenshop :-)
Via de rotstekeningen van zes duizend jaar oud in Twijfelfontein en het versteende woud naar Palmwag waar we tijdens een ochtendwandeling door een rivierbedding bijna twee olifanten tegen het lijf aanlopen, ze zijn ook zo klein... Gelukkig kwamen we net iets eerder door de bocht en kunnen we geschrokken een veilig heenkomen zoeken, zo blijkt maar weer dat je hier echt niet in een Nationaal Park hoeft te zijn om wilde beesten tegen te komen. Wat misschien nog wel meer indruk maakte was de slang die opeens tussen de stenen tevoorschijn kwam. Ik ben al geen held met slangen (verre van dat zelfs) en het feit dat ik op slippertjes liep maakte me niet veel geruster en ik wilde meteen terug naar de tent. Ook daar grote olifantenafdrukken in het zand maar tenminste geen slangensporen.. Held op slippers dus.

In Kaokoveld maken we onder anderen kennis met de Himba mensen, in Opuwo (het enige plaatsje van betekenis aldaar) loopt iedereen kriskras door elkaar en naast elkaar. De Himba's dus, waarvan de dames slechts schaars gekleed en van top tot teen ingesmeerd met een mengsel van roodbruine leisteen en vaseline. Dat dit spul flink afgeeft weten we inmiddels, de achterbank van de huurauto vertoont nu enige roodbruine vlekken nadat we twee Himba -meisjes een lift hadden gegeven naar het ziekenhuis. Ben je voor verfvlekken in de auto verzekerd vraag je jezelf dan af? Lekker belangrijk ook, zouden die meisjes eigenlijk verzekerd zijn voor ziektekosten? Retorische vraag ben ik bang.
Verder lopen daar ook veel Herero dames rond, gekleed in soms wel vier lagen dikke Victoriaanse jurken, compleet met bijpassend hoofddeksel (en dat in deze temperaturen, een overblijfsel uit de Duitse koloniale tijd die de naaktheid kennelijk ongepast vonden). Kortom, het is een vreemde maar leuke gewaarwording als je bij de bakker in de rij staat, tezamen met zo'n topless Himba girl en een in vol ornaat geklede Herero dame. Er lopen ook talloze 'modern' geklede mensen, blanken zijn echter op één hand te tellen.

We bezoeken hier ook wat van die stamdorpen, het opperhoofd vroeg ons o.a. hoeveel dagen het lopen was naar ons dorp en van welke stam we waren. We hebben maar geantwoord (via de tolk) dat het driehonderd dagen lopen was naar de stam der Hollanders, waarna hij erg vereerd was met ons bezoek. Als men er achter komt dat we geen kinderen hebben krijgen we door een Himba moeder spontaan een van haar acht snottebelkindjes aangeboden, we bedanken vriendelijk voor de eer, al is het een schatje. Ook het dorp van de Ovahakaona stam, een groep die vijftig jaar geleden uit Angola is gevlucht maakt indruk. Men zegt dat het echte zwarte Afrika pas begint in Zambia, van onze huidige positie uit gezien, maar wij zijn er van overtuigd dat dit stukje Namibië ook wel erg echt Afrikaans was! Wat een pracht mensen, pracht culturen en wat een triestheid om de haast uitzichtloze situatie van velen. Hopelijk wordt dit deel van het land in de toekomst begaanbaarder en komen er in ieder geval inkomsten vanuit het toerisme, ook niet ideaal maar wel inkomsten.

Na dit stukje cultuur weer een beetje natuur en wel in ons eerste (echte) wildpark, namelijk Etosha. Volgens zeggen een van de beste van Afrika, daar kunnen wij nog niet over oordelen maar we hebben ons er in ieder geval drie volle dagen uitstekend vermaakt. Super cool! Al een half uur na binnenkomst zien we (vanuit ons eigen Toyotaatje) een troep leeuwen en kunnen we aanschouwen waarom ze de koning van de jungle worden genoemd. Een van de vrouwtjes vangt een springbok, recht voor onze neus, en meneer leeuw loopt met de prooi weg! Kwestie van delegeren/ emanciperen?

Verder worden we hier ook nog bedreigd door twee enorme olifantenbullen die dreigend op ons autootje afkomen wanneer we per ongeluk te dicht bij de kleintjes komen, gas geven en weg wezen dus! Veel schrik want zo'n auto is echt peanuts voor zo'n grijze kolos. Dus ga nooit met een grijze Toyota Corolla naar Etosha, want je kent die Rolo reclame die zinspeelt op het olifantengeheugen, nana nanana!!

Onze volgende bestemming is Tsumkwe waar we de bosjesmannen willen ontmoeten. Verlaten van alles en iedereen en met een extra jerrycan benzine gaan we op weg, er is maar een overnachtingsmogelijkheid en met de eigenaar kan je dan verder de bush ingaan op zoek naar die mensen. Laat die eigenaar nou net op vakantie zijn! Wel vervanging voor het beheren van z'n lodge geregeld maar geen 4WD achtergelaten, lekker handig want een andere mogelijkheid is er niet en we kunnen dus weer onverrichter zake terug. Vijfhonderd kilometer voor Jan Joker gereden en de jerrycan was ook nog overbodig want we redden het ruimschoots met de gewone tank, al weet je natuurlijk nooit wat je tegen komt. Jammer want dit punt stond hoog op ons lijstje maar ja, mooie reden om nog eens terug te gaan.

We verlaten het land via de westelijke Caprivistrook, een stuk wat lange tijd onveilig was maar sinds kort weer individueel begaanbaar is (al moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat de meningen daar nog wel wat over verdeeld waren). Hoe dan ook, we hebben geen problemen gehad en het is een mooi gedeelte, al zijn de Popa Falls een lachertje en niet meer dan een truttige stroom versnelling (hadden we al niet eerder iets met Popa?).

En zo arriveerden zij in bloedheet Botswana.....
Zij die reizen groeten u bij een graadje of veertig.

TOEDELOE!
Twee uitgedroogde globetrotters.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

YFR

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 454
Totaal aantal bezoekers 97395

Voorgaande reizen:

08 Augustus 2000 - 30 November -0001

Happy travels everywhere...

Landen bezocht: