Bolivia - Reisverslag uit Rurrenabaque, Bolivia van YFR - WaarBenJij.nu Bolivia - Reisverslag uit Rurrenabaque, Bolivia van YFR - WaarBenJij.nu

Bolivia

Door: Yvette

Blijf op de hoogte en volg YFR

25 Augustus 2001 | Bolivia, Rurrenabaque

augustus 2001

Hola amigo’s, como esta?
Helaas voor de laatste keer in het Spaans.

Tja, altijd maar weer die Andes!!
Het houdt maar niet op, al bijna 4 maanden lang reizen we er langs, er doorheen en er overheen en dus ook deze nieuwsbrief heeft er weer van alles mee te maken.
Het is dan ook makkelijk het langste gebergte ter wereld (8.000 km) en wordt in hoogte alleen overtroffen door de Himalaya en een enkele verdwaalde puist. De Andes loopt van Venezuela (in het noorden van Zuid Amerika) tot het zuiden van Patagonië en dus hebben wij er al sinds Ecuador mee te maken.

Wat valt er meer te vertellen over de Andes dan strakblauwe luchten met witte sneeuwtoppen, felblauwe meren en ijzige nachten. Wel, minimaal 2 keer per week eten we hier forel op talloze manieren bereid en altijd lekker. Verder waren wij verbaasd over het aantal traditionele indianen wat hier nog leeft, soms zelfs de helft van de bevolking (zoals in Bolivia).

Prachtige mensen met kleurrijke kleding die in elke streek weer anders is. Ook de muziek die ze maken bevalt ons zeer goed, een beetje Buena Vista Social Club. Dan is er natuurlijk nog het beest van de Andes, namelijk de lama.

We leerden hier dat er zelfs 4 soorten lama-achtigen zijn, allereerst de lama zelf, dat spugende schaapkameel wat je ook in de dierentuin in NL kunt vinden. Leuk kopje en zeer lastig te fotograferen omdat ie altijd bukt op het moment van knippen. Vervolgens is er de alpaca, zijn iets kleinere maar veel wolliger broertje, vooral geliefd om de peperdure alpacawol. Dan is er nog de vicuna, die vnl. in het wild voorkomt net als de bijna uitgestorven guanaco.

Verder liepen we de afgelopen maanden wel te klagen over de kou, maar als overdag het zonnetje schijnt en dat doet het bijna altijd, dan kun je gewoon lekker op een terrasje zitten, mits voorradig natuurlijk. Ik vond het klimaat desondanks toch wat fris, Michel vond het ideaal.

We waren ons laatste verslag gestopt bij de trip over o.a. de zoutvlakte van Bolivia, zoals we toen al zeiden, één van de hoogtepunten van het afgelopen jaar. Tja, en hoe moet je het omschrijven?

We rijden ruim drie dagen lang over grotendeels verlaten vlakten, zien mooie rode, blauwe en groene meren met honderden flamingo’s. We lunchen op idyllische plekjes met lama's als toeschouwers, zien de zonsondergang bij het Coloradomeer, leren tollen van schoolmeisjes in het enige (en grotendeels verlaten) mijndorp wat we passeerden, rijden over een immense zoutvlakte van 12.000 vierkante km2 (dat is dus 1/4de van Nederland!), klimmen over een eiland met cactussen tot 8 meter hoog, zien grote stomende en borrelende geiservelden en bekijken vreemde rotsformaties midden in de woestijn.

Maar de trip betekende ook slapen in gore koude barakken (het was ‘s nachts ongeveer 15 gr. onder nul), met nog goordere plees bedekt met een vieze bruine laag (dus dan maar buiten). Met 8 personen opgepropt in een jeep die er uitziet als van voor W.O.2 maar slechts 2 jaar oud blijkt (tevens de gem. afschrijftijd). Waarbij ons pas als we een lekke band krijgen opvalt dat we geen reserveband achterop hebben (zoals elke jeep rijdend in Europa). Nee, m.b.v. oa een fietspomp wordt de binnenband verwisseld!

We hebben een chauffeur die de tweede nacht flink doorhaalt en die bij thuiskomst rond vieren met zijn zatte kop in de jeep tot twee keer toe de muur van onze slaapruimte ramt en die de volgende dag natuurlijk constant in slaap valt, achter het stuur wel te verstaan. Ik mag hem wakker houden ondertussen zelf aangeschoten wordend van de alcoholische dampen uit zijn mond. Om twee keer zonder benzine te staan of zout water in het motorblok te krijgen, dat is ook niet leuk maar het schijnt er nu eenmaal bij te horen. Kortom, een trip om niet snel te vergeten!

Overigens komen we er al snel achter dat het openbaar vervoer in Bolivia voornamelijk bestaat uit afgeschreven bussen van de omringende landen, hetgeen met zich meebrengt dat we geen busreis kunnen maken zonder minimaal 1 x met pech te staan. Eén keer hebben we zelfs de complete benzinetank verloren (en er vervolgens overheen gereden)! Maar de heren chauffeurs en bijrijders zijn gelukkig erg handig en bovendien creatief. De benzineslang wordt omhoog gehaald in de cabine en die wordt vervolgens gedoopt in een emmertje benzine. Het werkt nog ook, enige probleem was dat we de rest van de 7 uur durende rit wel erg vaak moesten stoppen om het emmertje te vullen.

In Potosi gaan we de zilvermijnen in, hier werken jongens vanaf ong. 14 jaar, alles gaat nog steeds helemaal handmatig en van arbeidsvoorwaarden en veiligheidsvoorzieningen heeft men nog nooit gehoord. Door op cocabladeren te kauwen, sigaretten te roken en alcohol van 96% (!!) te drinken (we hebben het geprobeerd en kunnen meedelen dat het niet bepaald smakelijk is) blijft men op de automatische piloot werken. Wetend dat de gemiddelde mijnwerker na 10 jaar afgeschreven is ofwel overlijdt, dit vooral door het constant inademen van de giftige stofdampen, want een ventilatiesysteem, dat is er niet.
Gedurende de drie eeuwen koloniale overheersing zijn er door die mijnen niet minder dan 8 miljoen mijnwerkers overleden!

Potosi was overigens daardoor wel een tijd lang de belangrijkste stad van Latijns-Amerika, hetgeen te zien is aan de prachtige koloniale gebouwen. Wij zijn slechts 3 uur onder de grond geweest en waren blij daarna frisse lucht te kunnen inademen. Fris is die lucht want Potosi (4070 m.) blijkt de hoogste stad ter wereld te zijn. Wij dachten altijd dat het La Paz of Lhasa was maar nee dus, het is Potosi.

In Tupiza (een plaatsje vlak tegen de Argentijnse grens) wanen we ons in het wilde westen, een landschap vol veelkleurige rotsen, bergen en canyons. We zitten midden in het gebied van Butch Cassidy & the Sundance Kid (die hier een tijdje ronddoolden en tevens hun eind vonden) en doen er een jeeptour met nog drie Nederlandse meiden. Tot Michel's grote schrik komt hij er halverwege achter dat één van hen een seizoenskaart bij die club uit mokum heeft en de rest van de conversatie spreekt voor zich.
Als afscheidscadeautje hangen we ‘s nachts een Feyenoord shirt aan de elektriciteitskabels boven de straat maar we hebben ons leven voor niets gewaagd want ze waren de volgende morgen blijkbaar te suf om omhoog te kijken! De rest van het dorp heeft het wel gezien en kwam ons verschrikt vertellen dat het muy peligro (erg gevaarlijk) was.

Na een paardrijdtochtje, uiteraard enkel door mij, vervolgen we onze weg naar Sucre, de mooiste stad van Bolivia.
Hier krijgen we in Casa de la Libertad een verfrissende geschiedenisles. Namelijk eerder gelezen dat Simon Bolivar de eerste president van Bolivia was maar de eerste (officiële) schijnt meneer Sucre te zijn geweest en ook la Paz is ineens niet de hoofdstad van Bolivia maar Sucre (al hebben we nog steeds onze twijfels). We zijn hier eigenlijk net te laat want een paar dagen terug was het onafhankelijkheidsdag en stond op deze plaats Banzer, de toenmalige doodzieke president, zijn afscheidsspeech te houden, met hem stonden er nog vele honderden anderen. We hebben in Sucre een ideaal hotel met de beste douche van heel Bolivia (geen elektrische versie dus en bovendien bloedheet water), een schoon tweepersoonsbed en zelfs kabeltelevisie. Helaas zou je na veel zappen dat liedje van Bruce Springsteen gaan neuriën, je weet wel, 57 channels and nothing on. Gelukkig kwamen later las Piedras Rodantes (de rollende stenen) in een special voorbij.

Vanuit La Paz maken we een zeer interessante dagtrip naar Tiwanaku, een, nog niet zo heel lang geleden ontdekte, archeologische plaats op de grens van Bolivia en Peru. We hebben een hele goede gids die het voor elkaar krijgt om ons 7 uur lang te boeien en de ontbrekende Inca en Nazca puzzelstukjes voor ons op de juiste plaats te leggen, de hele Zuid Amerikaanse cultuur komt langs met Tiwanaku als leidraad. De Tiwanaku beschaving is dan ook veel ouder dan die van de Inca`s en de Azteken, dat wisten jullie vast niet (wij tot voor kort ook niet, sterker nog, we hadden er nog nooit van gehoord).

Na al dit geschiedenis- en cultuurgeweld is het weer tijd voor natuur en we vertrekken naar Rurrenabaque, ook wel Rurre genoemd. Een ontzettend leuk dorpje (sterker nog, zeker één van onze favoriete plaatsjes in heel Zuid Amerika) aan de rand van zowel de jungle als de pampa’s, welke we dan ook allebei gaan bekijken.

De vlucht ernaartoe is al een avontuur op zich, de enige maatschappij die erop vliegt is Tam, ofwel Transporte Aero Militar en die hebben nu niet bepaald de beste vliegtuigen en /of service. Bij ons kwamen gedachten aan Biman Bangladesh naar boven drijven (voor wie een slecht geheugen heeft, zie nieuwsbrief van Myanmar).
Maar, we arriveren uiteindelijk toch nog in Rurre en doen de komende 2 dagen niets anders dan van de tropische temperaturen genieten. Het feit dat er volop overheerlijke Surubi (= een katvis uit het Amazonegebied) te verkrijgen is en dat je tot laat buiten op een terrasje kunt blijven hangen zorgt ervoor dat we een heerlijk vakantiegevoel krijgen.

Vanuit Rurre gaan we eerst een paar dagen de pampa’s in en vervolgens de jungle. Pampa’s betekent vlak land en er zijn hier echt heel veel dieren te zien. We waren 4 jaar terug ook al in Los Llanos (Venezuela) geweest, een vergelijkbaar gebied alleen hebben we ons hier voornamelijk per boot voortbewogen. Capibara's (soort van reuze cavia), alligators, roze gekleurde zoetwater dolfijnen, toekans, anaconda’s, vogels en vooral veel, heel veel insecten.

We hebben zowel de jungle als de pampa’s samen met een stelletje Limbo's bezocht en zowel Renate als Michel waren erg blij met de grote diversheid aan insecten en ander gespuis maar niet heus. Hetgeen voor heel wat plezier en gelach zorgde, helemaal toen er een rat aan Michel’s broekspijp zat te knagen.
De nodige regenval zorgde ervoor dat de slechte zandweg spontaan was veranderd in een grote glibberige modderzooi en op onze laatste dag aldaar moesten we enige uren wachten voordat de jeeps erop toegelaten werden. De tijd werd verplicht gedood in de Pink Dolphin Karaoke bar en ik doe samen met de Limbo's een muzikaal triootje op Twist & Shout van de Beatles. Ook nu is Michel van de video en die is slechts tegen heel veel geld te bezichtigen!

Onze jungletocht kreeg een iets hoger junglegehalte dan gepland toen bleek dat het kampement waar we zouden overnachten reeds bezet was door een of andere Duitse familie. Deze mensen stelden onze gezelligheid niet echt op prijs en er wordt, na enig twijfelen, besloten om dieper het oerwoud in te gaan en daar zelf een kampplaats te gaan fabriceren. Gelukkig had onze gids al dertig jaar jungle ervaring en met zijn kapmes heeft hij, samen met zijn schoonzoon Elvis, (tevens onze kok, al kon hij voor geen meter koken) binnen een uurtje een stukje jungle slaapvriendelijk gemaakt.

Met wat takken en een plank uit de boot wordt er zelfs een heuse picknicktafel gemaakt en als ook de muskietennetten hangen lijkt het heel wat. We zijn zwaar onder de indruk, wat overigens niet wil zeggen dat we er erg gerust op waren om daar ook daadwerkelijk te gaan slapen. Kleine geruststelling was wel dat we tijdens onze wandeling voor wel elke kwaal een boom / plant met het juiste medicijn zijn tegen gekomen. Of ze een serum bij zich hadden voor de diverse, toch wel erg giftige, spinnen (Tarantula genaamd) die er zouden rondkruipen, dat durfden we ze eigenlijk niet te vragen…

Die veel voorkomende Tarantula hebben we trouwens niet gezien maar we behoren wel tot de gelukkigen, zegt men, die de weinig voorkomende jaguar tijdens onze nachtwandeling gezien hebben. Mag het een keer? Kortom, het waren een paar hele primitieve dagen maar we hebben verschrikkelijk veel lol gehad, wij hebben wat Limburgs geleerd en in Roermond kunnen ze nu op z’n Haags tijgerreiger zeggen.

Terug in Rurre krijgen we helaas slecht nieuws te lezen. Michel’s moeder ligt weer in het ziekenhuis en de e-mails worden er niet positiever op. Het is en blijft moeilijk om op afstand een beslissing te nemen maar ons gevoel gaf aan dat het nodig was om terug naar Nederland te gaan om zelf te kijken hoe de situatie daar is. Zo gezegd zo gedaan. Dat klinkt alsof het allemaal erg gemakkelijk is gegaan. Maar om vanuit de jungle in Bolivia naar het ziekenhuis in Gouda te geraken, dat is zo eenvoudig nog niet.

Desondanks is deze nieuwsbrief veel dichterbij getikt dan dat jullie verwacht hadden.
We zitten sinds zondagavond dus in Gouda, in het huis van Michel z’n ouders en kunnen eigenlijk heel weinig zeggen over de situatie. Men is nog steeds bezig met allerlei onderzoeken en voorlopig is het allemaal maar afwachten, hopelijk loopt het goed af.

Vervelende situatie en we moeten eerlijk toegeven dat we nog een beetje in een soort van shock leven, zo zit je naar een zonsondergang op de rivier Beni te kijken en zo loop je om acht uur ‘s morgens door de supermarkt in Gouda. Toch weten we dat we de juiste beslissing hebben genomen.
We zullen jullie op de hoogte houden, een vast adres hebben we momenteel dus niet maar het fenomeen e-mail werkt hier net zo goed als overal ter wereld en onze mobiel accepteert het Nederlandse netwerk. Zij die hopelijk tijdelijk thuis zijn groeten u,

TOEDELOE
Michel en Yvette

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

YFR

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 255
Totaal aantal bezoekers 97518

Voorgaande reizen:

08 Augustus 2000 - 30 November -0001

Happy travels everywhere...

Landen bezocht: